Geen diploma, wel een ijzeren arbeidsethos

Waar zit de 'aanknop' bij Alberto?

Altijd weer die pet. De eerste vier maanden van Alberto bij School2Care kenmerken zich door zijn pet. Die hield Alberto altijd op. Telkens weer hetzelfde verhaal: ‘Alberto, je moet je pet afzetten in de les.’ ‘Waarom meneer?’ ‘Omdat dat de regel is Alberto.’

Alberto was aangemeld bij School2Care vanwege verzuim, gebrek aan motivatie en lastig gedrag in de klas. Bij School2Care maken jongeren van 12 tot en met 17 jaar die thuis en op school veel problemen hebben, een nieuwe start. Veel leerlingen zijn aangemeld vanwege (langdurig) schoolverzuim en gedragsproblemen. De leerlingen verblijven van acht uur tot acht uur op school.

 

“Meester, wat moet ik met Frits…uuh hoe heet die gast? Frits Wester? Waarom moet ik dit leren?”

 

 

Daar is hij weer met zijn genadeloze vragen. Ik kijk hem aan en denk niet voor de eerste keer: Hij heeft best een punt. Waarom moet hij dit eigenlijk leren? Voor ons ligt het lesmateriaal van maatschappijleer. In een vierkant staan vier foto’s: Mark Rutte, Barack Obama, Frits Wester en een acteur waar ik zelf ook even de naam van kwijt ben. Soms denk ik ook wel eens: 30 % van het lesmateriaal is passend voor onze leerlingen, 70% is wringen geblazen. Dus ik selecteer, maar dat valt dit keer duidelijk niet in goede aarde bij Alberto. Bijzonder consequent is deze jongen eigenlijk. Hij doet niks zonder dat er voor hem een helder doel in zit. Veel jongeren die bij ons zitten denken er net zo over, maar Alberto heeft de gave om het ons elke keer haarfijn duidelijk te maken. Niet altijd makkelijk, maar belangrijk om een les uit te trekken.

 

De eerste vier maanden van Alberto bij School2Care kenmerken zich door zijn pet. Die hield Alberto altijd op. Telkens weer hetzelfde verhaal: “Alberto, Je moet je pet af doen in de les.” “Waarom meneer?” “Omdat dat de regel is Alberto.” Maar Alberto accepteerde de principes niet, dus keer op keer oogstte hij z’n waarschuwingen, ging hij de klas weer uit, ging het soms weer even goed en daar gingen we vervolgens weer. Hij kwam vaak te laat, maar we beten ons in hem vast en ons motto was: “Ik zie dat het je niet lukt om op tijd te komen, maar fijn dat je er bent man.”

 

Alberto is een beschaafde en welbespraakte jongen, slim, met het hart op de goede plek. Hij kan met gemak zijn Vmbo-t halen, maar hij gelooft gewoon niet in school. Alberto wil werken. Net als zijn ouders, die ook nooit een diploma hadden gehaald en met succes hun eigen schoonmaakbedrijf runnen en daar gelukkig mee zijn. “We gaan het niet met hem redden, er zit geen beweging in” geef ik aan in de leerlingbespreking. En dat is nou juist waar wij voor zijn: een mogelijkheid, een richting zoeken met elke jongere. “Van leren komt niks terecht”, vul ik aan. We puzzelen wat te doen, willen wel grip op deze jongen houden. Het algemene opvatting is dat hij – mede gezien zijn jonge leeftijd – iets met zijn mogelijkheden op school moet doen, hij zou zoveel meer kunnen dan schoonmaken. Maar hij is niet vooruit te branden.

 

Een band heb ik wel met hem opgebouwd. Alberto ziet feilloos wat hij aan mensen heeft. “Dit is mijn moeder en die komt jou een hand geven”, zei ik laatst toen ma weer een keer mee kwam naar mijn werk. Ik wil van alles weten van mijn leerlingen, maar ik deel ook met hen hoe mijn leven eruit ziet. Mijn eigen kinderen neem ik ook regelmatig mee naar mijn werk. Dit is mijn manier om mijn respect naar mijn leerlingen te tonen: zij zijn belangrijk voor mij en maken deel uit van mijn leven. Alberto vond het tof dat hij mijn ma ontmoette. Hij nam zowaar even zijn pet voor haar af.

 

Goed, bij Alberto moesten we dus echt andere registers opengooien. Weg leerlijnen en protocollen, waar zit zijn ‘aanknop’?  Via een vriendin van een vriend kwam ik op het spoor van een baantje in de keuken van een restaurant. Daar konden ze wel een koksmaatje gebruiken.

“Kun je hard werken” was zo’n beetje de enige vraag die Mike, de chef, hem had gesteld. Er heerste duidelijk een niet lullen maar poetsen mentaliteit. De chef zag wel wat in Alberto en hij mocht meedraaien in de keuken. Praten als brugman moesten we echter om de boel helemaal in orde te krijgen. Het restaurant moest leerbedrijf worden en er speelden ook nog wat kwesties rondom geld. “Je laat me niet zitten man, zei ik tegen Alberto.” Ineens dacht ik: “Die pet, hij flikt het niet dat hij daar moeilijk over gaat doen.” Maar de pet ging netjes af in de keuken en de hygiènische koksmuts ging op.

 

Het is flink aanpoten voor Alberto in de keuken. Mijn collega is onder de indruk als hij een werkbezoek aflegt: Er heerst volgens hem een kadaverdiscipline in de drukke keuken en we zijn benieuwd hoe het Alberto zal vergaan. Die verschijnt na een paar weken bij ons op school. “Het gaat goed man”, zegt hij. “Wij maken altijd een bijzonder soort toetje, mag ik dat op school ook komen maken bij koken?” vraagt Alberto. Het wordt een groot succes. Minder succesvol is het leer-werk traject van Alberto: de afspraak was dat hij vier dagen in het restaurant zout werken en één dag in de week naar school zou gaan). Alberto vindt het maar niks die dag op school: “Daar zitten allemaal mongolen” zegt hij.

 

Na een aantal maanden biedt Mike Alberto een arbeidscontract aan in het restaurant. “Het is een gouden jong” zegt hij en hij durft het wel met hem aan. Na twee jaar belt Mike me op en vertelt dat hij net een gesprek met Alberto heeft gevoerd over zijn vertrek: “Ik heb hem gezegd dat het voor hem ophoudt, hij moet hier weg. Hij is hier uitgeleerd.” Alberto heeft zijn sporen verdiend: “Ik stuur hem naar een maat van me die chef is in een andere restaurant. Daar kan hij verder aan de bak” zegt Mike. Ook daar klimt Alberto op in de keukenhiërarchie.

 

Een diploma en startkwalificatie haalt Alberto waarschijnlijk nooit. Maar hij heeft gelijk gekregen: hij leert skills waarmee hij altijd terecht zal kunnen in de horeca. En heeft een ijzeren arbeidsethos. Dat diploma heeft hij niet nodig. En hij kon ook nog wat anders worden dan schoonmaker.

Alberto heeft ons geleerd dat wij ons soms moeten aanpassen. Anders hadden we het niet gered met hem. Op vrijdagmiddag gaan we nog wel eens een biertje drinken op het terras bij Alberto. Hij begroet ons dan als oude maten. We zijn trots op deze kerel!

 

De namen zijn om privacyredenen gefingeerd.